Gebiedsontwikkeling heb je in alle kleuren, soorten en maten en is de afgelopen jaren ontstaan uit het denken en doen bij de grootschalige aanpak van wijken en gebieden. De ene keer gaat het om een enorm groot gebied met veel verschillende activiteiten en inrichtingselementen, de andere keer om een aantal kleinere projecten. Het belangrijkste kenmerk is dat het gaat om het aan elkaar verbinden van activiteiten, ontwikkelingen en actoren in een gebied om het geheel meer dan de som der delen te laten zijn. Meerwaarde creëren, daar gaat het om en dat vraagt doorzettingsvermogen, inventiviteit, creativiteit en zeker ook wat onze oosterburen noemen 'Finger Spitzen Gefühl'.
Al tijdens mijn studie ben ik begonnen met 'Gebiedsontwikkeling'. Ik heb een alternatief plan voor het stationsgebied van die stad Groningen gemaakt waarmee we toen als actiegroep de toon zetten. De fietsbrug over het verbindingskanaal is er gekomen, de Davidstraatbuurt (lees de geschiedenis in Wikipedia) bestaat nog, maar er is toch ook veel schoons verdwenen. Zoals op bijgaande foto's is te zien; Dit stond er voor de komst van de kantoren van de Centrale directie van de PTT naar Groningen. Fietsenstalling, Frascatie en de oude Niemeyerfabriek, volgens het bestemmingsplan beeldbepalend. Ik heb als wijkbewoner mijn rol genomen als lid van de wijkraad Davidstraat en trekker van de bewoners van het gehele stationsgebied. Het proces organiseren en faciliteren heeft de bewoners in ieder geval een gezicht gegeven en bijgedragen aan het behoud van de wijk.
In de loop der jaren heb ik ervaring opgedaan met diverse vormen van gebiedsontwikkeling in verschillende functies en bij verschillende overheden. Hierbij een overzicht van de meest in het oog springende projecten/activiteiten:
AANPAK naoorlogse wijken in Den Haag Vanuit de afdeling EZ van de gemeente Den Haag heb ik ervaring opgedaan met de aanpak van de naoorlogse wijken. Onder andere hier zijn de eerste concrete plannen gemaakt die we later in ook andere vormen van gebiedsontwikkeling terug zien. Ik werkte aan het herontwikkelen van leegkomende winkelstrips en het opzetten van voorlopers van wat nu internet winkelen heet, toen speciaal als voorziening voor ouderen. Ik zorgde ervoor dat ondernemers en bewoners samen aan de slag gingen om de dreigende verloedering tegen te gaan. De ervaringen die ik hier heb opgedaan heb ik daarna gebruikt bij het opzetten van het wijkbeheer in Hoogvliet.
Wijkbeheer/Sociale Vernieuwing Hoogvliet, Rotterdam. Gebiedsontwikkeling doe je met velen samen. In Hoogvliet ben ik begonnen met pionieren, veel onderzoeken en uitzoeken. Waarvoor ik onder andere de nodige studenten uit Groningen heb ingezet. Een wijkaanpak; van gebiedsanalyse, actieplan tot uiteindelijk een wijkbeheerplan, die ik samen met INICIO verder heb verfijnd en uiteindelijk heeft geleid tot een wijkaanpak die op veel andere plaatsen en nu nog navolging vind. Een goed idee heeft meerdere ouders, maar in Hoogvliet heb ik samen met mijn team heel wat vruchtbare ideeën ontwikkelt en wordt er tot nu toe nog steeds, op z'n Rotterdams ;-) hart aan de wijk getimmerd. Naast onderzoek en bij elkaar brengen van bewoners en, ondernemers en andere participanten was mijn taak vooral ook het proces opgang brengen en zorgen dat de visie die er achter zat, zichtbaar werd. Zo bouwden we samen aan verandering en ontwikkeling van de wijk, onder het motto Sociaal, Schoon, Heel en Veilig.
Ruimte voor de Glastuinbouw is een project dat ik heb gedaan voor de provincie Zuid-Holland waarbij het voornaamste doel een helder gedefinieerde positie van de overheden in Zuid-Holland, ten opzichte van één van de belangrijkste dragers van de Nederlandse economie, zou worden vastgelegd en door alle partijen onderschreven. Dat is gelukt en heeft in ieder geval er toe geleidt dat sector en overheid het belang van de Nederlandse Glastuinbouw als één van de meest innovatieve sectoren binnen de economie, letterlijk haar plaats ook ruimtelijk gunde en garandeerde.
Kwartiermaker Zuidplaspolder. Het laagste punt van Nederland ligt in de Zuidplaspolder en juist dit stukje van het 'Groene Hart' werd uiteindelijk aangewezen als de laatste grote verstedelijking opgave voor de Zuidelijke Randstad, in 'de stoeptegel van Pronk' de vierde nota Ruimtelijke Ordening. De niet aflatende groei van Rotterdam, Den Haag, Zoetermeer en Gouda maakte dat het starten van een gebiedsontwikkelingsprogramma voor dit deel van het land meer dan gewenst was. Maar moesten hier nu huizen komen, glastuinbouw, bedrijfsterrein of parken, water en koeien? Vragen te over en een proces dat nog steeds niet is afgerond maar nog steeds leidt tot het verder verlagen van het diepste punt en verzilting door bemaling n je veilig wanen achter steeds hogere dijken.
Ik heb aan het begin gestaan en vond het in ieder geval van wezenlijk belang de bestaande bewoners en gebruikers een plaats en een stem te geven. En ik heb regelmatig de vraag opgeroepen of het niet veel verstandiger zou zijn om in de bestaande steden te verdichten (m.n. Rotterdam) en de 'leegte' van de ZuidPlaspolder te benutten als recreatief uitloopgebied voor de nabije steden en zoet-wateropslag voor het hele gebied tussen Hollandse IJssel en Noordzeekanaal.